‘Ik denk dat al deze giftige stoffen echt dingen in ons lichaam kunnen verstoren’
Deborah uit Overijssel maakt zich zorgen over de vele giftige stoffen die we ongemerkt in ons lichaam krijgen. Niet alleen PFAS, maar ook andere schadelijke chemicaliën. Ze wil dat meer mensen zich daar bewust van worden.
‘Ik heb meegedaan aan het bloedonderzoek van Tegengif omdat ik er onder andere via jullie achter ben gekomen dat we heel veel giftige stoffen binnenkrijgen, waaronder dus PFAS. Ik vind het heel erg dat we die binnen kunnen krijgen via dagelijkse producten die we gebruiken, omdat ik denk dat ze echt dingen in ons lichaam kunnen verstoren. En ik vind het niet kunnen dat dat gebeurt, zonder dat we eigenlijk echt weten hoeveel giftige stoffen we binnenkrijgen. Ik denk dat daar veel meer aandacht voor nodig is.’

Nadenken
Deborah wist niet zo goed wat ze moest verwachten van de uitslag van de PFAS-bloedtest. Nu ze de uitslag weet, geeft het haar stof tot nadenken. ‘Het is natuurlijk heel gek dat je PFAS in je lichaam hebt. Je weet het wel, maar nu zie je opeens dat dat dus ook echt gemeten wordt. Nou is het me qua hoeveelheid wel meegevallen, maar als je dan van andere deelnemers hoort hoeveel zij hebben dan denk je wel: jeetje, wat verschilt dat eigenlijk veel. Hoe komt dat dan? Hoe krijg je die PFAS dan dus binnen? Daar ga je wel meer over nadenken.’
Gek idee
‘Ik denk dat ik meer had verwacht dat er in het oosten en noorden veel lagere uitslagen zouden zijn dan bijvoorbeeld in het westen. Dus het verbaast me ergens wel dat het best wel erg varieert en dat het in het hele land misschien toch al bijna evenveel voorkomt. Dat is wel een gek idee. En als wij in Nederland allemaal PFAS in ons lichaam hebben, dan betekent dat dus dat het in heel veel landen, of misschien wel wereldwijd, gewoon echt wel een probleem is.’
Zorgen
Ook in Deborahs bloed zijn twee inmiddels verboden PFAS-soorten aangetroffen. ‘Dat is natuurlijk echt bizar. Ik schrik daar heel erg van. Sowieso vind ik het hele idee van schadelijke stoffen binnenkrijgen, terwijl je daar weinig aan kan doen omdat je er weinig over weet, een groot probleem. Daar maak ik me wel zorgen over. Persoonlijk omdat ik een paar jaar geleden de diagnose PCOS heb gekregen, dat is een disbalans in je hormonen. En omdat je ook steeds meer over onvruchtbaarheid hoort en dat soort dingen.’
Niet (genoeg) weten
Maar niet iedereen in haar omgeving is zo bezig met schadelijke stoffen. ‘Sommige mensen zijn zich er eigenlijk helemaal niet van bewust. Die weten ook niet zo goed wat PFAS is, en dus ook niet wat voor effect het heeft op ons lichaam. En er zijn mensen die het wel weten, maar niet zo goed weten wat ze daarmee moeten. En waar het in zit en hoe je kunt voorkomen dat je PFAS binnenkrijgt. Dat merk ik voornamelijk: mensen weten het wel, maar ze weten er net niet genoeg over om er dan ook echt iets mee te kunnen doen.’
Vermijden moeilijk
Ook zelf vindt Deborah het lastig om te bepalen wat ze wel en niet zou moeten doen. ‘Wanneer doe je het goed? En via welk product krijg je veel PFAS binnen? Dus je probeert wel dingen te vermijden, zoals het bekende verhaal over de pannen, of bepaalde producten die je dagelijks gebruikt, of schoonheidsproducten, of kleding. Maar ik vind het ook nog steeds heel moeilijk om te kijken wat nou de beste manier is. Daarom mag die bekendheid over PFAS, die bewustwording en die kennis, nog wel meer gaan groeien.’
Wetgeving aanpassen
Volgens Deborah kan er pas echt iets veranderen als de wet wordt aangepast. ‘Als wetgeving verandert, zijn de producenten van bepaalde producten verplicht om daar rekening mee te houden. En ik denk dat dat heel erg nodig is. Nu worden alle producten gewoon gemaakt zoals de producenten dat willen. En als daarbij volgens hen PFAS nodig is, zijn ze vrij om dat te doen. Dus ik denk dat het gewoon bij wetgeving begint. Ik denk niet dat leveranciers en producenten er anders iets aan gaan veranderen.’
Lief zijn voor ons lichaam
Zelf hoopt ze uiteindelijk op meer. ‘Ik hoop dat we met dit onderzoek ervoor kunnen zorgen dat we PFAS helemaal kunnen gaan verbieden, of kunnen gaan verminderen. Zodat we de verstorende stoffen in ons lichaam echt kwijt kunnen raken of kunnen verminderen en onze lichamelijke functies er in ieder geval niet meer onder lijden. En we gewoon lief kunnen zijn voor ons eigen lichaam.’
